De mogelijkheden van Artificial Intelligence zijn eindeloos maar wees alert op ethiek
Blog
De mens als cruciale schakel
Wat was het fijn om weer relaties – klanten, partners en andere geïnteresseerden – op ons kantoor te ontvangen. Een goede spreker, ruimte voor discussie en interactie om vervolgens af te sluiten met een diner. Het avondprogramma bestond uit een rit in een Formule 1 simulator, waarbij de deelnemers zelf achter het stuur zaten. Dit terwijl we in de toekomst als mens steeds meer taken zullen overlaten aan technologie. Deze laatste activiteit van de dag sloot perfect aan op het centrale thema van het ons evenement: ‘De mens als cruciale schakel’ in een wereld waarin Artificial Intelligence (AI) en Machine Learning (ML) mainstream zijn geworden. Maar welke rol blijft er voor ons over?
Als technologiebedrijf pur sang, spreken wij regelmatig met klanten over hun ambities als het gaat om AI en ML. We stellen vragen als: wat is de stip op de horizon? Vervolgens vertalen we dit naar een optimale inrichting van de IT-infrastructuur. Zodanig dat zij inderdaad nieuwe technologieën veilig en efficiënt kunnen uitrollen. Om de ontwikkelingen op het gebied van AI en aanverwante technologieën in het juiste perspectief te kunnen zetten, hebben we Guszti Eiben uitgenodigd. Hij is Hoogleraar Kunstmatige Intelligentie aan de VU in Amsterdam en doet baanbrekend onderzoek. Hij heeft onder andere naam gemaakt door zijn onderzoek naar de ontwikkeling van robots die zich kunnen voortplanten.
Mens en machine versmelten
Artificial Intelligence, zo legt Eiben uit, zien we voor het eerst succesvol wanneer toenmalig wereldkampioen schaken Gary Kasparov wordt verslagen door een computer, Deep Blue. Vervolgens is het lange tijd stil rondom AI, wat Eiben de lange winter van AI noemt. Teleurstellend omdat verwachtingen niet worden waargemaakt. Maar inmiddels zijn we aanbeland in de zomer van AI, waarin toepassingen alom te zien zijn in de samenleving; thuis en op de werkvloer, in het verkeer en in de IT-omgeving. Mens en machine versmelten steeds verder met elkaar, iets wat Eiben betitelt als embodied AI. Denk aan zelfrijdende auto’s, een robot chirurg en robots in een magazijn of distributiecentrum. Maar ook aan een robothond die bijvoorbeeld in gevaarlijke situaties het werk van de mens over kan nemen. AI staat in deze gevallen voor het bouwen van machines die menselijk kunnen denken en/of handelen. Deze voorbeelden van embodied AI verschillen wezenlijk van de zogenaamde thinking machines. Dit kun je zien als een stuk intelligentie dat wordt ingezet als digitale rechter om cybersecurity te versterken of om intelligent pricing toe te passen. Beide vormen van AI hebben grote waarde voor organisaties.
Je hebt als organisatie de plicht om met AI aan de slag te gaan
De mogelijkheden lijken eindeloos. Eiben noemt bijvoorbeeld een toepassing van deep learning, waarbij röntgenbeelden met AI worden geanalyseerd: is er sprake van een afwijking of niet? We hebben gezien dat deze diagnose beter is dan die van de ‘echte’ dokter zelf. En zo is AI in talloze organisaties te implementeren, om bedrijfsprocessen slimmer en efficiënter te maken. Eiben draait er niet omheen. Je hebt als organisatie de plicht om met AI aan de slag te gaan, zeker nu het al zo’n prominente plek in de samenleving heeft ingenomen. “Het is niet meer een keuze”, is zijn overtuiging. Het is nu aan organisaties zelf om aan de slag te gaan met de juiste use cases en om de mensen mee te krijgen in deze nieuwe ontwikkelingen. Vaak worden AI en robotisering gezien als een bedreiging. Maar je moet het zien als een kans. Je werk wordt waardevoller doordat je talloze repeterende werkzaamheden kunt automatiseren. Hierdoor krijg je juist tijd om gefundeerd een bepaalde beslissing te nemen. De mens blijft namelijk wel de cruciale schakel.
AI en robots voorzien van een moreel kompas
Vervolgens barstte er een discussie los over de ethische component van AI. In het recente verleden hebben we namelijk verschillende situaties gehad waarbij AI in combinatie met een chatbot of sollicitatierobot tot discriminatie leidde. Eiben had daar ook een uitgesproken mening over. “Data kan nu eenmaal gevoed zijn met verschillende vooroordelen. Daar moet je van tevoren goed rekening mee houden als je met deze data gaat werken. Verder zien we dat hoe krachtiger de AI is, hoe minder de transparantie wordt. Nu we AI breed gaan uitrollen in allerlei toepassingen, is het belangrijk dat we de data erachter inzichtelijk maken, dat we ethisch verantwoorde keuzes maken die vervolgens nog eens heel goed uitlegbaar zijn. We moeten AI en robots voorzien van een moreel kompas.” De overheid moet zorgen dat er wetgeving komt, zodat dit kan worden afgedwongen.
Uit het verhaal van Eiben wordt duidelijk dat het moment is aangebroken om, als je dat nog niet gedaan hebt, in actie te komen en AI te integreren in de dagelijkse gang van zaken. Wij doen dat zelf ook, bijvoorbeeld door te kijken naar slimme oplossingen voor monitoren en analyseren van netwerkverkeer en securityactiviteiten. Zo heeft iedere sector zijn mogelijkheden.